Gebiedsbescherming (hoofdstuk 2 van de Wet natuurbescherming)

In de Wet Natuurbescherming worden de door de Europese Unie aangewezen Natura 2000-gebieden in Nederland beschermd. Voor Nederland zijn dit 162 gebieden. Door het voormalige ministerie van LNV zijn begrenzingen, instandhoudingsdoelstellingen en eventueel uitbreidingsdoelstellingen per gebied geformuleerd in een aanwijzingsbesluit. Inmiddels bijna alle gebieden definitief aangewezen als Natura 2000-gebied.


Voor een deel van de aangewezen Natura 2000-gebieden is inmiddels een definitief beheerplan vastgesteld, voor een deel van de gebieden is een definitief beheerplan ter inzage gelegd en voor een deel van de gebieden is een ontwerp-beheerplan vastgesteld door de 12 provincies. In het beheerplan is opgenomen welke maatregelen genomen moeten worden om de doelstellingen voor de gebieden te bereiken en te behouden. In het beheerplan is ook geregeld welke activiteiten in en nabij het Natura 2000-gebied kunnen plaatsvinden en onder welke voorwaarden dit mogelijk is.


De Wet Natuurbescherming is van toepassing op alle activiteiten die een effect kunnen hebben op de beschermde waarden in Natura 2000-gebieden.
Voor activiteiten in een Natura 2000-gebied geldt dat altijd een toetsing dient plaats te vinden om vast te stellen of er mogelijk een effect is op de doelstellingen, tenzij de activiteit in het beheerplan is opgenomen. Dan dient aan de voorwaarden in het beheerplan worden voldaan. Iedereen die iets anders wil ondernemen in of nabij een Natura 2000-gebied moet zich afvragen of er een kans bestaat dat de activiteit een negatief effect heeft op de beschermde natuurwaarden.


Als een negatief effect op de beschermde natuurwaarden niet op voorhand kan worden uitgesloten, dient er een toetsing van de mogelijke effecten plaats te vinden. Zo’n toetsing vindt plaats in een aantal stappen, te beginnen bij een voortoets. Als uit de voortoets blijkt dat er zeker geen negatief effect optreedt, is er geen vergunning in het kader van de Wet natuurbescherming noodzakelijk. Als er mogelijk een effect is maar zeker niet significant, dient een verstorings- en verslechteringstoets uitgevoerd te worden. Als er een kans op een significant negatief effect is, dient een passende beoordeling uitgevoerd te worden. Wij kunnen u adviseren met betrekking tot deze mogelijke effecten bij een ruimtelijke ontwikkeling.


Florauna natuuradvies kan u informeren en voorzien van advies over uit te voeren onderzoeken met betrekking tot geplande ruimtelijke ingrepen. Daarnaast zijn wij gespecialiseerd in het uitvoeren van onder stikstofonderzoeken. Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen.